Nederlandstalig koor de Rodoni’s uit Zierikzee
Webmaster Kees Kleemans E-mail: kleemans@zeelandnet.nl
Aan het strand stil en verlaten Bij het klimmen van de Maan ziet men daar een aardig paartje Zeer van weemoed aangedaan Liefst’ ik moet je gaan verlaten Morgen ga ik weer naar zee En dan trouw ik als ik thuis kom Hier op Hollands stille ree Maar zij sprak: ach liefste mijne spreek zo ver niet in het verschiet want de zee ligt vol met mijnen en die dingen zie je niet Dobb’rend op de woeste baren Zeilt het scheepje eenzaam voort Maar opeens, wat er gebeurde Een ontploffing werd gehoord ‘t schip verging al in de diepte Angstig keek hij om zich heen Nergens kon hij redding vinden Grote God, waar moet dat heen Terwijl hij worstelt met de baren, en de dood vooor ogen ziet smeekt hij: God heb toch erbarmen, ‘k heb haar lief, vergeet dat niet
Aan het strand stil en verlaten Ziet men daar een meisje staan Die al turend en al ‘smachtend Wacht de komst van hare man Hij zou immers wederkeren Hij beloofde haar toch trouw En dan krijgt zij zo’n verlangen Word ik toch zijn lieve vrouw Maar hij keerde nimmer weder Want de dood waart om ons heen En zij keerde telkens weder Aan het strand stil en alleen